MENU
Pinot grigio groeit het liefst in koele of gematigde klimaten. Afhangend van het moment van oogsten kun je twee hele verschillende stijlen maken van deze druif. De meest voorkomende is de lichte, droge stijl. Hierbij worden de druiven relatief vroeg geoogst. Je krijgt dan hele frisse aroma’s als citroen, groene of gele appel, of limoen. Groeit de druif in wat warmere regio’s of worden de druiven wat later geplukt, dan krijg je meer volle aroma’s als nectarine, abrikoos of perzik. Om de subtiele smaken van de wijn te beschermen, wordt het merendeel van de wijn vergist in inerte tanks. In deze tanks wordt het zuurstofgehalte zo laag mogelijk gehouden om de wijn zo simpel mogelijk te houden. De wijn komt dan met een minimale hoeveelheid elementen in contact en blijft hij dus zo simpel mogelijk.
In sommige gevallen wordt tijdens het gistingsproces de gist vroegtijdig eruit gehaald, waardoor er meer suiker in de wijn overblijft en je halfzoete wijn krijgt. Als je dit doet, kan de wijn iets langer rijpen op fles en krijg je nieuwe aroma’s als gember of honing.
Naast Italië en Frankrijk wordt de wijn ook verbouwd in de Verenigde Staten, Duitsland, Australië en een paar vergeten wijnlanden zoals Moldavië en Hongarije.
De Italiaanse Pinot Grigio is over het algemeen de meest eenvoudige variant. Niet-houtgerijpt, frisse aroma’s en licht van kleur. Meestal komen ze uit de DOC delle Venezie of IGT Veneto in het noorden van Italië. Dit zijn speciale keurmerken die de wijnmakers op hun fles mogen zetten als ze aan de eisen voldoen. Doordat deze wijnen in groten getale worden geproduceerd en er vrij simpele productiemethodes worden gebruikt, is de wijn ook een stukje goedkoper en een makkelijk drinkbaar wijntje. Wil je een wat vollere Italiaanse pinot grigio? Dan kun je het beste zoeken naar een Friuli-Venezia Giulia. Deze zijn over het algemeen wat complexer en dus voller van smaak.
De Franse pinot gris vind je vaak terug in de AOC Alsace. Hier plukken ze de druiven wat later om zo meer suikers te krijgen. De wijn wordt daardoor ook wat voller en krijgt meer aroma’s van tropisch fruit en steenvruchten zoals perzik, gember en mango. De beste wijngaarden uit deze speciale regio krijgen het label: gran cru. De pinot gris uit deze regio is vaak ook halfzoet of lichtzoet van smaak door de grotere hoeveelheid suikers.
Zoek je een wijntje dat wel droog is, maar meer fruit bevat? Dan kun je het best zoeken naar een pinot grigio uit de VS, Australië of andere warmere klimaatstreken.
Hoewel je deze druif waarschijnlijk vooral kent van zijn witte wijn, is het ook mogelijk om er ook rosé van te maken. Zoals de naam namelijk aangeeft, is de druif grijs, en heeft de schil dus een licht kleurtje. Als je de schilletjes dus eventjes in de wijn laat liggen, krijg je een blush rosé. Door de lichte smaak kan deze wijn erg lekker zijn bij het aperitief of gewoon op zichzelf.
Ga je voor de bekende lichtfrisse pinot grigio, dan is dit een ideaal wijntje voor de borrel, of op zijn Italiaans: Aperitivo. Wil je hier graag wat meer bij eten, kun je bijvoorbeeld gaan voor lichte koemelk- of roomkazen. Maar ook een simpel visje, zachte krab of lichte salades zijn erg lekker met een glaasje pinot grigio. Een wat vollere, droge pinot gris is weer heel lekker bij wat sterkere gerechten. Bijvoorbeeld bij de paté of Aziatische mosselen. Geen zorgen, ook een pinot gris kun je dus erg lekker bij het aperitief drinken. Ga je voor een zoetere stijl pinot gris, dan kun je deze erg lekker combineren bij warme vruchtentoetjes, zoals appel of abrikoos uit de oven met honing.
Tip: Wil jij heel graag meer leren over wijn proeven in het algemeen? Begin dan met een simpele, goedkopere pinot grigio. Deze is vaak een eenvoudige stijl waardoor er niet veel poespas bij komt en je heel goed de basis van wijn kan proeven. Als je hierna een wat duurdere (complexere) wijn proeft merk je sneller het verschil en kun je de aroma’s makkelijk leren herkennen in de complexere wijn.
